
Het had een advertentie in het Groot Eindhoven kunnen zijn, waarin
de gemeente Eindhoven het spoelhuis aan de Dommelstraat, ook bekend als
het Inkijkmuseum
van Martin Voorbij, te koop aanbiedt. Niets is minder waar.
Het gaat hier om een advertentie in de Meierijsche Courant van 6-8-1881
waarin een openbare verkoop van een "Spoelhuis met Bleek" op
Groot Braakhuizen aan de Dommel in Geldrop wordt aangekondigd. Ook elders
in de regio stonden spoelhuizen. Ze zijn inmiddels allemaal verdwenen.
|

|
Dat maakt ons Eindhovense spoelhuis extra bijzonder. Het herinnert ons aan
een periode waarin de textielnijverheid de broodnodige aanvulling vormde
op de karige inkomsten van landbouw en veeteelt.
De benaming spoelhuis is in dit geval niet helemaal juist. Uit een bouwtekening
van 1884 blijkt dat het gaat om een schuitenhuis en spoel. Het huis werd
gebouwd in opdracht van de Gebroeders Bisdom als |
onderdeel van hun linnenfabriek en was oorspronkelijk
één etage hoog. Aan de zijde van de Dommelstraat is op de
tekening onder het raam een ronde boog zichtbaar. Aan de waterkant is
ook nu nog zo'n boog zichtbaar, zij het dichtgemetseld.
We veronderstellen dat de platte schuiten via de ruimte onder de boog
toegang kregen tot het luik onder de voorkamer van het huis om zó
het thuis geweven linnen aan te voeren. Via de andere boog kon men weer
naar buiten varen.
|
|
Tegenover het spoelhuis van de Gebr. Bisdom lag de villa met Stoom- en
handweverij van linnens, bonten & tijken van Ignatius De Haes. Op
deze foto is de voetbrug over de Dommel goed te zien. De Dommel vormde
hier tot 1874 de grens tussen Woensel en Tongelre.
In dat jaar werd 23 ha. Woenselse grond tussen de Dommel, de spoorlijn
en de Eindhovense stadsgrachten bij Eindhoven gevoegd.
Er was toen echter nog geen sprake van een spoelhuis; dat kwam pas in
1884.
|
|
Het omstreeks 1873 gebouwde fabriekscomplex van de Gebroeders Bisdom heeft
nog jarenlang in een weids landschap gestaan. Tussen het spoelhuis (rechts)
en de fabrieksgebouwen erachter lag een bleekveld waarop het geproduceerde
linnen in de zon te bleken werd gelegd. De houten brug op de foto is dezelfde
als die op de vorige foto.
Deze winterse foto is genomen door een onbekende fotograaf vanaf
de plaats waar later Villa De Laak is gebouwd. |

|
Een prachtige ansichtkaart uit de collectie van J. Spoorenberg die in
1904 werd verstuurd. Fotograaf is de bekende Jan Bijnen uit Waalre.
De oude voetbrug is vervangen door een heel wat degelijker exemplaar,
zodat ook de stoomtram er overheen kon die vanaf 10 januari 1906 naar
Helmond en later ook naar Asten liep. Deze tramlijn werd pas in 1935 opgeheven.
Links ligt de gracht die vóór de villa en het fabrieksterrein
van Ign. de Haes liep. De grote boom links en het huis met het torentje
zijn nog steeds aanwezig.
|
|
De gracht is een restant van een oude Dommelarm die zich tegenover het spoelhuis
van de Dommel afsplitste en een stuk noordelijker weer in de Dommel uitkwam.
Op oude kaarten zijn restanten van dit water terug te vinden, anno 2004
niet meer. Het fabrieksterrein waar het spoelhuis onderdeel van was vormde
vóór de bebouwing dus als het ware een eiland. Op het kaartje
ligt dit eiland in het groene deel, geheel rechtsboven, omsloten door de
twee Dommelarmen, maar al wel doorkruist door de spoorlijn naar Venlo uit
1866. Het spoelhuis werd gebouwd op de plaats van het rode puntje. Het groene
gebied is het gedeelte van Woensel dat in 1874 door Eindhoven werd geannexeerd,
op het eilandje na, dat was Tongelres grondgebied. |
In 1859 komen we de firma Van den Briel & Verster voor het eerst tegen
in de Stratumse patentregisters. Corstiaan van den Briel, fabrikant en
bleeker van linnen en tafelgoed met één knecht en Louis
Verster, fabrikant in linnen zonder werk-lieden, reizend in 't belang
van zijn beroep vormen de firmanten. Als zij beiden zijn overleden vindt
schoonzoon Pieter Johan van den Briel in 1888 een nieuwe partner in zijn
neef Christiaan Hendrik.
In 1894 wordt de vennootschap ontbonden en komen de gebroeders Bisdom
als mede-firmanten in beeld. |

|
Dit is niet verwonderlijk, want Marinus, Johan en Antoon zijn broers van
zijn tweede vrouw, Sara Bisdom.
Hun vader Pieter Jacob Bisdom nam in 1883 - hij was toen al 64 en zonder
beroep - waarschijnlijk ten behoeve van zijn kinderen het reeds bestaande
fabriekscomplex aan de Dommelstraat over van de firma Lurasco. Deze firma
had daar al vanaf 1874 linnen en pellen (half-linnen) geproduceerd en
daarvoor ongeveer een jaar wollen stoffen samen met G.F. van den Heuvel.
|

|
Hoewel de heer Bisdom zelf ontvanger der
registratie was en ogenschijnlijk niets met de linnenfabricage had uit te
staan, is deze aankoop verklaarbaar: zijn grootvader van moederskant was
de bekende Strijpse linnenfabrikant Wouter Holleman en zijn dochter Sara
was in 1880 gehuwd met Pieter Johan van den Briel. Het fabriekscomplex aan
de Dommelstraat bestond in 1883 uit een L-vormige fabriek met één
etage en vier woonhuizen. Het spoelhuis werd een jaar later gebouwd. |
De linnenindustrie heeft in de tweede helft van de 19e eeuw een enorme
vlucht genomen en Bisdom moet in 1894 een gewilde partner zijn geweest
voor de oude Stratumse firma van Van den Briel en Verster, gezien de nabijheid
van de spoorlijn en de ligging aan de Dommel. De blekerij met woonhuis
in Stratum worden van de hand gedaan en de firma verhuist naar de Dommelstraat.
Het is ons een raadsel waarom de firma al die jaren Van den Briel &
Verster is blijven heten, gezien het aantal firmanten uit de familie Bisdom.
|
 |
Naar Spoelhuisje - deel 2 (volgt) |
Met dank aan: J. Spoorenberg, M. Voorbij, Jos en Bauke
Hüskes, B. Bolomey, A. Schrürs, fam. Van Happen en W.J. Lugard
voor het ter beschikking stellen van alle informatie. |